ECLI:NL:CRVB:2004:AP2671
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- D.J. van der Vos
- G.J.H. Doornewaard
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van bezwaar tegen herzienings- en terugvorderingsbesluiten in het kader van sociale zekerheid
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een bezwaar dat appellant heeft ingediend tegen een aantal herzienings- en terugvorderingsbesluiten van de Informatie Beheer Groep. Het bestreden besluit, dat op 18 januari 2002 is genomen, verklaarde het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk vanwege een niet verschoonbare termijnoverschrijding. Appellant had wel bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit, maar geen beroep ingesteld tegen de ongegrondverklaring van zijn bezwaar op 14 april 2002. De rechtbank 's-Hertogenbosch verklaarde het beroep van appellant op 3 februari 2003 ongegrond, waarna appellant hoger beroep instelde.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 23 april 2004, waarbij appellant in persoon verscheen en gedaagde werd vertegenwoordigd door mr. T. Holtrop. Appellant voerde aan dat hij niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor het niet terugzenden van controleformulieren en de late indiening van zijn bezwaar. Hij stelde dat hij sinds augustus 1994 in een overmachtsituatie verkeerde door bedreigingen van een gewelddadige organisatie, waardoor hij zijn adres niet kon bekendmaken.
De Raad overwoog dat, hoewel appellant in een overmachtsituatie verkeerde, deze situatie eindigde toen hij zich op 8 november 1996 inschreef op een adres. Appellant had dit adres en zijn latere verhuizingen moeten doorgeven aan de Informatie Beheer Groep. De Raad concludeerde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.