ECLI:NL:CRVB:2004:AP7977
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.C. Schoemaker
- R.E. Lysen
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van uitspraak inzake reiskostenvergoedingen en looncontrole
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 juni 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Leeuwarden. Appellant, vertegenwoordigd door belastingadviseur J. Bolhuis, had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak waarbij zijn beroep tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond was verklaard. Dit besluit betrof een looncontrole die in april 2000 had plaatsgevonden, waarbij verschillen waren geconstateerd in de netto uitbetaalde lonen over de jaren 1996, 1997 en 1998. Appellant betwistte een vastgesteld verschil van fl. 1.051,-- voor het jaar 1996, waarvan hij stelde dat fl. 735,-- een reiskostenvergoeding betrof.
De Raad overwoog dat de looninspecteur tijdens de controle geen melding had gemaakt van onkostenvergoedingen en dat appellant zijn stelling over de reiskostenvergoeding niet met schriftelijke bewijsstukken had onderbouwd. De overgelegde loonstrook toonde geen bewijs van een reiskostenvergoeding aan. De Raad concludeerde dat appellant niet voldoende aannemelijk had gemaakt dat het door gedaagde geconstateerde verschil in nettobetalingen in 1996 onjuist was vastgesteld.
Hierdoor werd de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betreft de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door mr. R.C. Schoemaker, in tegenwoordigheid van griffier R.E. Lysen, en werd openbaar uitgesproken op 30 juni 2004.