ECLI:NL:CRVB:2004:AP9250
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van teveel betaalde bijstandsuitkering en herziening van bijstandsrecht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, waarbij terugvordering van teveel betaalde bijstandsuitkering werd aangekondigd. Appellante, vertegenwoordigd door haar gemachtigde M.A. Verbeek, heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De rechtbank had het bestreden besluit vernietigd en gedaagde opgedragen een nieuw besluit op bezwaar te nemen, omdat het terugvorderingsbesluit geen wettelijke grondslag had. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 25 mei 2004.
De Raad heeft vastgesteld dat gedaagde bij het besluit van 21 augustus 2001 ten onrechte bijstand heeft verleend aan appellante in de periode van 1 mei 1998 tot en met 31 augustus 2000. De Raad heeft het besluit van 22 juli 2002, dat de herziening van de bijstandsuitkering betreft, in zijn beoordeling betrokken. Appellante heeft aangevoerd dat er dringende redenen zijn om van terugvordering af te zien, maar de Raad oordeelt dat de omstandigheden die appellante heeft aangevoerd niet voldoende zijn om de terugvordering onaanvaardbaar te maken.
De Raad concludeert dat het beroep tegen het besluit van 22 juli 2002 ongegrond is en verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk. De Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. Th.C. van Sloten, in tegenwoordigheid van I.J.M. Peereboom-Nieuwenburg als griffier, en is openbaar uitgesproken op 6 juli 2004.