ECLI:NL:CRVB:2004:AP9474
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van ontheffing van arbeidsverplichtingen op basis van medische en sociale omstandigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 juli 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vraag of appellante, een alleenstaande ouder, ontheffing kan worden verleend van haar arbeidsverplichtingen op basis van medische en sociale omstandigheden. Appellante, die sinds 1990 een bijstandsuitkering ontvangt van de gemeente Albrandswaard, heeft in het kader van een heronderzoek verzocht om ontheffing van de arbeidsverplichtingen zoals vastgelegd in de Algemene bijstandswet (Abw). Gedaagde, het College van burgemeester en wethouders van Albrandswaard, heeft dit verzoek afgewezen, met de motivering dat appellante arbeidsgeschikt is en dat er geen medische belemmeringen zijn voor het verrichten van arbeid.
De Raad heeft vastgesteld dat gedaagde bij zijn besluitvorming de relevante medische informatie heeft betrokken, waaronder rapporten van een verzekeringsarts en verklaringen van behandelende artsen. Appellante heeft aangevoerd dat haar psychische belastbaarheid gering is en dat zij zorgt voor haar zoon en ernstig zieke vader. De Raad heeft echter geoordeeld dat gedaagde terecht heeft geconcludeerd dat er geen redenen van medische of sociale aard zijn die ontheffing van de arbeidsverplichtingen rechtvaardigen. De Raad heeft de grieven van appellante niet overtuigend geacht en heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de beoordeling van de arbeidsverplichtingen moet plaatsvinden op basis van de beschikbare medische gegevens en dat de gedaagde bevoegdheid heeft om ontheffing te verlenen, maar dit niet verplicht is. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten, wat betekent dat de uitspraak in het voordeel van gedaagde is uitgevallen. De uitspraak bevestigt de noodzaak voor een zorgvuldige afweging van medische en sociale omstandigheden bij de beoordeling van arbeidsverplichtingen in het kader van de bijstandsverlening.