ECLI:NL:CRVB:2004:AQ6759
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- A.C.W. van Huussen
- Rechtspraak.nl
Weigering herziening van WAO-uitkering wegens toegenomen arbeidsongeschiktheid door andere oorzaak
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Almelo, waarin de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om de WAO-uitkering van appellante te herzien, werd bevestigd. Appellante had op 9 oktober 2002 hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van 17 september 2002, waarin de rechtbank oordeelde dat de toegenomen arbeidsongeschiktheid van appellante het gevolg was van een andere oorzaak dan waarvoor zij reeds een uitkering ontving. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 11 juni 2004, waarbij appellante in persoon verscheen, bijgestaan door haar belangenbehartiger.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante in 2001 een vragenlijst had ingevuld in het kader van een herbeoordeling, wat leidde tot een besluit van het Uwv om haar uitkering te herzien naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 15 tot 25%. Dit besluit was gebaseerd op onderzoeken door een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige. Appellante had bezwaar aangetekend tegen de beslissing van het Uwv, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de toename van haar arbeidsongeschiktheid niet het gevolg was van de reeds bestaande aandoeningen, maar van andere oorzaken.
De Centrale Raad van Beroep heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat er geen termen aanwezig zijn om de beslissing van het Uwv te herzien. De Raad heeft daarbij de overwegingen van de rechtbank onderschreven en benadrukt dat de subjectieve beleving van appellante niet voldoende was om tot een andere conclusie te komen. De Raad heeft ook opgemerkt dat de orthopedisch chirurg De Windt, die door appellante was geraadpleegd, zich kon verenigen met het belastbaarheidspatroon dat door het Uwv was vastgesteld. De Raad concludeert dat de toename van de arbeidsongeschiktheid van appellante per 25 september 2000 het gevolg is van een andere oorzaak dan waarvoor zij reeds een uitkering ontving.