ECLI:NL:CRVB:2004:AQ8764
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- M. Greebe
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van WUBO-uitkering op grond van omstandigheden tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië
In deze zaak gaat het om de afwijzing van een aanvraag voor een WUBO-uitkering door de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad. De aanvraag was ingediend door de erven van een betrokkene die tijdens de Japanse bezetting van het voormalige Nederlands-Indië leefde. De verweerster heeft de aanvraag afgewezen op basis van de stelling dat de omstandigheden waaronder de betrokkene de bezetting heeft meegemaakt niet onder het begrip 'vervolging' vallen zoals gedefinieerd in de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (WUV). De betrokkene, geboren in 1940, had in januari 2002 een aanvraag ingediend voor een periodieke uitkering als vervolgde. De verweerster handhaafde haar afwijzing in een besluit van 14 oktober 2002, waartegen de betrokkene beroep aantekende. Na het overlijden van de betrokkene op 10 oktober 2003, werd het geding voortgezet door zijn erven.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 15 juli 2004, waarbij de eisers niet verschenen, maar de verweerster vertegenwoordigd was door mr. I. Wolfert. De Raad overwoog dat de omstandigheden van de betrokkene niet voldeden aan de criteria voor vervolging zoals vastgelegd in de wet. De Raad concludeerde dat er geen grond was voor vernietiging van het bestreden besluit en verklaarde het beroep ongegrond. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en werd openbaar uitgesproken op 26 augustus 2004.