ECLI:NL:CRVB:2004:AQ8781
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.L.M.J. Stevens
- C. Dierdorp
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzet tegen bestuursbesluit wegens overschrijding van de verzetstermijn
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 augustus 2004 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van een verzet dat door opposante was ingediend tegen een eerder besluit. De opposante had verzet aangetekend tegen een uitspraak van 23 oktober 2003, waarin haar beroep tegen een besluit van de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad niet-ontvankelijk was verklaard omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. Het verzetschrift werd op 21 januari 2004 ontvangen, maar de Raad oordeelde dat dit niet binnen de gestelde termijn was ingediend.
De Raad overwoog dat er geen medische gegevens waren die konden aantonen dat opposante gedurende de gehele verzetstermijn niet in staat was om een verzetschrift in te dienen. De door opposante aangevoerde psychische problemen, die zij tot eind 2003 had ervaren, werden niet als voldoende reden gezien om aan te nemen dat zij niet in verzuim was geweest. De Raad concludeerde dat het verzet niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat de indiening van het verzetschrift na de verzetstermijn had plaatsgevonden.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van juridische documenten en de voorwaarden waaronder een niet-ontvankelijkheid kan worden voorkomen. De Raad besloot dat er geen termen aanwezig waren om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betreft de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door mr. G.L.M.J. Stevens, in tegenwoordigheid van mr. C. Dierdorp als griffier.