ECLI:NL:CRVB:2004:AQ8785
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.L.M.J. Stevens
- C. Dierdorp
- Rechtspraak.nl
Toekenning van bijzondere voorzieningen ingevolge de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 augustus 2004 uitspraak gedaan in het geding tussen eiseres, een vervolgde en uitkeringsgerechtigde, en de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerster, dat betrekking had op de toekenning van bijzondere voorzieningen ingevolge de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (WUV). Het besluit waartegen beroep werd ingesteld, was genomen naar aanleiding van een berekeningsbeschikking van 31 december 2002, waarin bedragen voor huishoudelijke hulp en sociaal vervoer waren vastgesteld. Eiseres stelde dat de toegewezen bedragen niet toereikend waren om in haar kosten te voorzien, en voerde aan dat de berekeningsbeschikking geen nieuw besluit bevatte ten aanzien van de door haar genoemde kostenposten.
Tijdens de zitting op 22 juli 2004 was eiseres niet aanwezig, maar verweerster werd vertegenwoordigd door J.J.G.A. Theelen. De Raad oordeelde dat de berekeningsbeschikking enkel uitvoering gaf aan eerder genomen besluiten en dat de door eiseres aangevoerde argumenten niet voldoende waren om de toegepaste indexering van de bedragen te betwisten. De Raad concludeerde dat er geen grond was voor vernietiging van het bestreden besluit en verklaarde het beroep ongegrond. Tevens werd er geen aanleiding gezien om proceskosten te vergoeden.
De uitspraak benadrukt het belang van de juiste toepassing van normbedragen en de jaarlijkse indexering daarvan, waarbij rekening wordt gehouden met economische ontwikkelingen in het land van verblijf van de eiseres, in dit geval Indonesië. De Raad bevestigde dat het bestreden besluit in rechte standhield, ondanks de bezwaren van eiseres.