ECLI:NL:CRVB:2004:AQ8865
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. Bolt
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van termijnoverschrijding bij indienen bezwaarschrift in sociale zekerheidszaken
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 augustus 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontvankelijkheid van een bezwaarschrift dat te laat was ingediend door de appellant. De appellant had bezwaar gemaakt tegen besluiten van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, maar zijn bezwaar werd niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet heeft aangetoond dat hij gedurende de gehele bezwaartermijn van zes weken door depressieve klachten niet in staat was om een (voorlopig) bezwaarschrift in te dienen. De Raad merkte op dat de appellant in die periode wel serieuze en doelgerichte activiteiten had ondernomen, zoals contact met het CWI en zijn advocaat, wat erop wijst dat hij in staat was om zijn belangen te behartigen.
De Raad heeft de argumenten van de appellant in hoger beroep niet overtuigend geacht en heeft geconcludeerd dat de termijnoverschrijding niet verontschuldigbaar was. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarbij het beroep van de appellant ongegrond was verklaard. De Raad heeft geen termen gezien voor een proceskostenveroordeling op basis van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van bezwaarschriften en de noodzaak voor appellanten om aan te tonen dat zij daadwerkelijk niet in staat waren om tijdig te reageren op besluiten van bestuursorganen.