ECLI:NL:CRVB:2004:AQ8866
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. Bolt
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van besluit tot buiten behandeling laten van aanvraag sociale zekerheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 augustus 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) om de aanvraag van appellante buiten behandeling te laten. Appellante had op 15 januari 2003 een aanvraag ingediend, maar het UWV heeft deze aanvraag op 20 maart 2003 buiten behandeling gelaten. De reden hiervoor was dat appellante niet of onvolledig informatie had verstrekt. Appellante heeft hiertegen beroep aangetekend, vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. M.L.J. Schilt-Thissen.
Tijdens de zitting op 4 augustus 2004 heeft de Raad de zaak behandeld. De Raad heeft de feiten zoals weergegeven door de rechtbank in de eerdere uitspraak als uitgangspunt genomen voor zijn beoordeling. De Centrale Raad van Beroep heeft geconcludeerd dat het UWV op goede gronden zijn besluit heeft gehandhaafd. De Raad heeft geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding wordt toegekend.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd, wat inhoudt dat de beslissing van het UWV om de aanvraag buiten behandeling te laten, wordt gehandhaafd. De Raad benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van appellante is om ervoor te zorgen dat het UWV over het juiste correspondentieadres beschikt en dat zij haar post adequaat doorzendt. De Raad heeft ook opgemerkt dat het enkel telefonisch doorgeven van een adreswijziging niet voldoende is en dat het UWV niet verplicht is om informatie opnieuw op te vragen als er geen reactie komt op een schriftelijk verzoek.