ECLI:NL:CRVB:2004:AR2068
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. van Leeuwen
- M.B.M. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Toekenning van arbeidsongeschiktheidsuitkering en de beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om de vraag of de appellant recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. De appellant, die in Marokko woont, heeft in hoger beroep beroep aangetekend tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin zijn aanvraag voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering was afgewezen. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 23 juli 2004, waarbij de appellant niet aanwezig was, maar de gedaagde, vertegenwoordigd door mr. S.J.M.A. Clerx, wel. De verzekeringsarts heeft vastgesteld dat er geen specifieke stoornissen of afgenomen beroepsvaardigheden waren die de arbeidsongeschiktheid van de appellant konden onderbouwen. De Raad heeft geconcludeerd dat de appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij gedurende 52 weken onafgebroken arbeidsongeschikt is geweest. De Raad heeft de eerdere beslissing van de rechtbank bevestigd, waarbij de aanvraag van de appellant voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering werd afgewezen. De Raad heeft geen termen aanwezig geacht om de gedaagde te veroordelen in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. H. van Leeuwen, in tegenwoordigheid van mr. M.B.M. Vermeulen als griffier, en is openbaar uitgesproken op 27 augustus 2004.