ECLI:NL:CRVB:2004:AR2356
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.G. Kasdorp
- Rechtspraak.nl
Erkenning als burger-oorlogsslachtoffer en termijnoverschrijding bezwaarschrift
In deze zaak gaat het om de aanvraag van eiseres om erkenning als burger-oorlogsslachtoffer op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945. Eiseres had in december 2002 een aanvraag ingediend, maar verweerster, de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad, heeft deze aanvraag bij besluit van 12 juni 2003 afgewezen. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaarschrift is pas op 30 september 2003 ingediend, wat na de wettelijke termijn van zes weken was. Verweerster heeft eiseres vervolgens niet-ontvankelijk verklaard in haar bezwaar, omdat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. Eiseres heeft in beroep aangevoerd dat zij door omstandigheden de termijn had overschreden, maar heeft geen concrete redenen aangedragen die deze overschrijding konden verontschuldigen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 2 september 2004 behandeld. Tijdens de zitting is eiseres niet verschenen, terwijl verweerster zich liet vertegenwoordigen door mr. C. Vooijs. De Raad heeft vastgesteld dat eiseres de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift heeft overschreden en dat er geen omstandigheden zijn die deze overschrijding kunnen rechtvaardigen. Eiseres heeft in beroep geen nieuwe argumenten aangedragen die de Raad zouden kunnen overtuigen van een verschoonbare termijnoverschrijding.
Daarnaast heeft de Raad overwogen dat verweerster bevoegd was om van het horen af te zien, omdat er geen noodzaak was om eiseres te horen in het kader van het bestreden besluit. De Raad heeft geconcludeerd dat het beroep van eiseres ongegrond is en dat er geen aanleiding is om proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. C.G. Kasdorp, in tegenwoordigheid van J.P. Schieveen als griffier.