ECLI:NL:CRVB:2004:AR2357
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.G. Kasdorp
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag erkenning als burger-oorlogsslachtoffer op basis van onvoldoende letsel
In deze zaak heeft eiseres, geboren in 1923 in het voormalige Nederlands-Indië, een aanvraag ingediend om erkend te worden als burger-oorlogsslachtoffer op basis van gezondheidsklachten die zij toeschrijft aan haar oorlogservaringen. De aanvraag is gedaan op grond van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945. Verweerster, de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad, heeft de aanvraag afgewezen, omdat eiseres niet voldeed aan de eis van lichamelijk of psychisch letsel dat leidt tot blijvende invaliditeit, zoals vereist door de wet.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 22 juli 2004, waarbij eiseres in persoon aanwezig was en verweerster vertegenwoordigd werd door mr. C. Vooijs. De Raad heeft vastgesteld dat eiseres weliswaar is getroffen door oorlogsgeweld, maar dat er geen bewijs is dat haar psychische klachten, waaronder een chronische incomplete PTSS, leiden tot de vereiste invaliditeit. De medische adviezen, waaronder een rapport van arts G.J. Laatsch, gaven aan dat de klachten van eiseres niet in het vereiste verband met de oorlogservaringen konden worden gebracht.
De Raad heeft geconcludeerd dat het bestreden besluit deugdelijk is voorbereid en gemotiveerd, en dat er geen grond is voor vernietiging van het besluit. De Raad heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen termen aanwezig geacht voor een vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd gedaan door mr. C.G. Kasdorp, in tegenwoordigheid van griffier J.P. Schieveen, op 2 september 2004.