ECLI:NL:CRVB:2004:AR2360
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.G. Kasdorp
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag vergoeding reiskosten voor therapeutische reis naar Indonesië
In deze zaak gaat het om een beroep tegen een besluit van de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad, waarbij de aanvraag van eiser voor vergoeding van reiskosten voor een therapeutische reis naar Indonesië is afgewezen. Eiser, geboren in augustus 1925 in het voormalige Nederlands-Indië, is erkend als burger-oorlogsslachtoffer op basis van psychische invaliditeit. Hij had in november 2001 een aanvraag ingediend voor vergoeding van kosten verbonden aan een reis naar Indonesië, maar deze aanvraag werd afgewezen omdat niet voldaan werd aan de richtlijnen die de verweerster hanteert voor dergelijke aanvragen. De verweerster stelde dat er geen medische indicatie was voor de gevraagde voorziening, aangezien de reis niet onderdeel uitmaakte van een psychotherapeutisch behandelplan.
Eiser diende in juli 2003 een hernieuwde aanvraag in, wederom voor een reis naar Indonesië, ditmaal om het graf van zijn moeder te bezoeken. Ook deze aanvraag werd afgewezen, omdat niet was aangetoond dat de reis onderdeel was van een psychotherapeutisch behandelplan. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 29 juli 2004, waarbij eiser niet aanwezig was, maar verweerster vertegenwoordigd was door drs. T.N.L.C. van Wickevoort Crommelin.
De Raad overweegt dat er geen termen aanwezig zijn om proceskosten te vergoeden en verklaart het beroep van eiser ongegrond. De Raad bevestigt dat de verweerster terecht heeft geweigerd om de vergoeding voor de reis te verlenen, omdat eiser niet heeft aangetoond dat de reis noodzakelijk was in het kader van een therapeutisch behandelplan. De uitspraak werd gedaan door mr. C.G. Kasdorp, in tegenwoordigheid van J.P. Schieveen als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 9 september 2004.