ECLI:NL:CRVB:2004:AR2555
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J.S. Spaas
- J.W. Engelhart
- Rechtspraak.nl
Weigering van WAO-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid na wettelijke wachttijd
In deze zaak gaat het om de weigering van een WAO-uitkering aan appellant, die na afloop van de wettelijke wachttijd van 52 weken op 16 september 2001 minder dan 15% arbeidsongeschikt werd geacht. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep van appellant tegen het besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), dat op 31 augustus 2001 was genomen. Appellant had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar dit werd ongegrond verklaard. De rechtbank Maastricht bevestigde deze beslissing in een uitspraak van 7 januari 2003.
Appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. R.C. Breuls, heeft in hoger beroep grieven ingediend tegen de medische grondslag van het bestreden besluit. De Raad overweegt dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de juistheid van de medische beoordeling die door de bezwaarverzekeringsarts is gemaakt. De Raad concludeert dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de medische beperkingen van appellant op de datum in geding correct zijn vastgesteld en dat de functies die aan appellant zijn voorgehouden, passend zijn.
De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en oordeelt dat het bestreden besluit in rechte stand kan houden. De Raad ziet geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak wordt gedaan in het openbaar op 7 september 2004, waarbij de betrokken rechters de beslissing hebben ondertekend.