ECLI:NL:CRVB:2004:AR2580
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- K.J.S. Spaas
- J.W. Engelhart
- Rechtspraak.nl
Weigering van WAZ-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid na wettelijke wachttijd
In deze zaak gaat het om de weigering van een uitkering op basis van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) aan appellant, die na afloop van de wettelijke wachttijd van 52 weken minder dan 25% arbeidsongeschikt werd geacht. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), die het bezwaar van appellant tegen de weigering van de uitkering ongegrond had verklaard. De rechtbank Arnhem had eerder het beroep van appellant tegen deze beslissing ook ongegrond verklaard.
Appellant, vertegenwoordigd door mr. A. Bijlsma, heeft grieven ingediend tegen de medische grondslag van het bestreden besluit. De Raad heeft de overgelegde medische rapportages van verschillende artsen, waaronder orthopedisch chirurg dr. M.C. de Waal Malefijt en verzekeringsarts P.A.E.M. Hofmans, beoordeeld. De Raad concludeert dat er geen aanknopingspunten zijn om aan de door gedaagde aangenomen beperkingen van appellant te twijfelen. De Raad oordeelt dat de rechtbank terecht heeft vastgesteld dat appellant op de relevante datum in staat was om arbeid te verrichten die in overeenstemming was met zijn medische beperkingen.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het bestreden besluit in rechte stand kan houden. De Raad ziet geen aanleiding om toepassing te geven aan de proceskostenveroordeling zoals bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak is gedaan in een openbare zitting op 7 september 2004, waarbij de betrokken partijen niet aanwezig waren.