ECLI:NL:CRVB:2004:AR2733
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- T. Hoogenboom
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 september 2004 uitspraak gedaan over het verzet van een opposant tegen een eerdere uitspraak van 29 januari 2004. In die uitspraak werd het beroep van de opposant niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was voldaan. De opposant, wonende in Paraparaumu, Nieuw Zeeland, heeft verzet aangetekend op 17 februari 2004, maar is niet verschenen op de zitting van 5 augustus 2004. De geopposeerde, de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, werd vertegenwoordigd door A.T.M. Vroom-van Berckel.
De opposant voerde in zijn verzet aan dat hij niet wist wat er met de eerste giro was gebeurd en voegde een kopie van de tweede giro bij. De Raad heeft echter vastgesteld dat het griffierecht pas op 26 februari 2004 op de rekening van de Raad was bijgeschreven, wat na de deadline was. De Raad oordeelde dat de opposant zelf verantwoordelijk was voor het tijdig betalen van het griffierecht en dat hij het risico droeg van zijn keuze om het griffierecht niet rechtstreeks over te maken.
De Raad concludeerde dat er geen reden was om te oordelen dat de opposant niet in verzuim was geweest. Daarom werd het verzet ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan met toepassing van artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De beslissing werd uitgesproken door de voorzitter mr. C.G. Kasdorp en de leden mr. G.L.M.J. Stevens en mr. T. Hoogenboom, in aanwezigheid van griffier A. de Gooijer.