ECLI:NL:CRVB:2004:AR3087
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- J.G. Treffers
- G.L.M.J. Stevens
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de aanvraag voor erkenning als burger-oorlogsslachtoffer en toekenning van een toeslag op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 september 2004 uitspraak gedaan in het geding tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. drs. C. Lamphen, en de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Eiser had een aanvraag ingediend om erkend te worden als burger-oorlogsslachtoffer en om in aanmerking te komen voor een periodieke uitkering op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (WUBO). De verweerster had eerder, op 7 januari 1994, vastgesteld dat eiser tijdens de Japanse bezetting van het voormalige Nederlands-Indië was getroffen door oorlogsgeweld, maar had zijn aanvraag afgewezen omdat er geen blijvende invaliditeit was vastgesteld die voortkwam uit de oorlogservaringen.
Eiser had in 2000 opnieuw verzocht om erkenning, na het loslaten van de ondergrens van 10% voor blijvende invaliditeit. De verweerster handhaafde echter haar standpunt, gebaseerd op het advies van haar geneeskundig adviseur, dat er geen sprake was van blijvende psychische of lichamelijke invaliditeit als gevolg van het oorlogsgeweld. De Raad heeft de medische gegevens en eerdere uitspraken in overweging genomen en geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om het besluit van de verweerster te weerleggen.
De Raad oordeelde dat de psychische klachten van eiser slechts in geringe mate verband hielden met zijn oorlogservaringen en dat de meeste klachten voortkwamen uit zijn persoonlijkheidsstructuur en latere ervaringen. De Raad verklaarde het beroep van eiser ongegrond en oordeelde dat er geen termen waren om de proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan in het openbaar, met de ondertekening van de voorzitter en de griffier.