ECLI:NL:CRVB:2004:AR3133
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.G.M. Simons
- M.I. 't Hooft
- H. Bolt
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsuitkering wegens onvoldoende sollicitatiebewijzen
In deze zaak heeft appellant, die sinds 10 september 1997 een uitkering ontving op basis van de Algemene bijstandswet (Abw), hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht. De rechtbank had het beroep van appellant tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Kerkrade ongegrond verklaard. Dit besluit hield in dat de bijstandsuitkering van appellant met ingang van 13 juli 1999 was ingetrokken, omdat hij niet had voldaan aan de oproep om sollicitatiebewijzen over te leggen.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat appellant niet is verschenen op de oproep om op 20 juli 1999 sollicitatiebewijzen te overleggen. Appellant had geen bezwaar gemaakt tegen het besluit tot opschorting van zijn uitkering en had ook geen tijdig antwoord gegeven op de verzoeken van gedaagde om op de gesprekken te verschijnen. De Raad oordeelde dat de termijn die appellant was gegeven om te reageren niet onredelijk was, ondanks dat deze in een vakantieperiode viel.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing van de Centrale Raad van Beroep werd openbaar uitgesproken op 14 september 2004. De Raad concludeerde dat gedaagde terecht het recht op uitkering van appellant had ingetrokken, omdat appellant niet had voldaan aan de vereisten van de Abw.