ECLI:NL:CRVB:2004:AR3196
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- J.G. Treffers
- G.L.M.J. Stevens
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag WUV-uitkering wegens onvoldoende bewijs van vervolging
In deze zaak heeft eiseres, weduwe van [betrokkene], een aanvraag ingediend voor een periodieke uitkering op basis van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945. De aanvraag werd afgewezen door de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, omdat niet was aangetoond of voldoende aannemelijk gemaakt dat betrokkene vervolging in de zin van de Wet had ondergaan. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat eiseres in april 2002 de aanvraag indiende, waarbij zij stelde dat haar echtgenoot, die in de Gouvernementsmarine diende, tijdens de Japanse bezetting krijgsgevangen was genomen. De Raad heeft de argumenten van eiseres en de door haar genoemde getuigen in overweging genomen, maar concludeerde dat er geen objectieve gegevens waren die de stellingen van eiseres konden ondersteunen.
Tijdens de zitting op 12 augustus 2004 was eiseres niet aanwezig, maar verweerster werd vertegenwoordigd door J.A. Groeneveld. De Raad heeft vastgesteld dat er geen bewijs was dat betrokkene in de nabijheid van de ondergang van de Ryuku Maru was geweest en dat zijn naam niet voorkwam in de dossiers van de getuigen. Op basis van deze bevindingen heeft de Raad geoordeeld dat de afwijzing van de aanvraag door verweerster op goede gronden was en dat het beroep ongegrond werd verklaard.