ECLI:NL:CRVB:2004:AR3496
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.G.M. Simons
- Rechtspraak.nl
Intrekking van ontheffing arbeidsverplichtingen en verplichtingen tot beroepskeuzeonderzoek
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. J.W. Brouwer, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Leeuwarden. De rechtbank had op 22 maart 2002 het beroep van appellante tegen een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen ongegrond verklaard. Dit besluit, genomen op 29 februari 2000, hield in dat de bezwaren van appellante tegen eerdere besluiten van 1 juli 1999 ongegrond werden verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 10 augustus 2004, waarbij de gedaagde partij werd vertegenwoordigd door A.D. de Grave.
De Raad heeft vastgesteld dat gedaagde op basis van artikel 106 van de Algemene bijstandswet (Abw) bevoegd was om appellante specifieke verplichtingen op te leggen, waaronder deelname aan een beroepskeuzeonderzoek en een onderzoek naar scholingsmogelijkheden. De Raad is van oordeel dat gedaagde in redelijkheid deze verplichtingen heeft kunnen opleggen. Tevens heeft de Raad bevestigd dat de voorwaarden die aan appellante zijn gesteld voor het voortzetten van haar vrijwilligerswerk, namelijk dat dit geen belemmering mag vormen voor haar reïntegratietraject, gerechtvaardigd zijn.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak, voor zover deze was aangevochten, bevestigd. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak van de Raad is gedaan door mr. drs. Th.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier B.M. Biever-van Leeuwen, en is openbaar uitgesproken op 21 september 2004.