ECLI:NL:CRVB:2004:AR4857
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- I.D. Veldman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor babyuitzet door gemeente Delfzijl
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. E.P. Groot, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Groningen, die op 15 februari 2002 het beroep tegen de afwijzing van zijn aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van een babyuitzet ongegrond verklaarde. De aanvraag was ingediend op 28 november 2000, met de geboorte van het kind verwacht op 15 januari 2001. De gemeente Delfzijl, vertegenwoordigd door K.J. Hoiting, had de aanvraag afgewezen op basis van artikel 39 van de Algemene bijstandswet (Abw), omdat de kosten van een babyuitzet tot de incidenteel voorkomende algemene kosten van het bestaan behoren en uit het beschikbare inkomen moeten worden bekostigd.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 14 september 2004, waarbij appellant niet aanwezig was. De Raad oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag terecht was, omdat appellant niet had aangetoond dat er bijzondere omstandigheden waren die maakten dat de kosten niet uit de aanwezige draagkracht konden worden voldaan. De Raad benadrukte dat het ontbreken van reserveringsruimte door schulden niet kan worden aangemerkt als een bijzondere omstandigheid die leidt tot noodzakelijke kosten, en dat deze kosten in beginsel uit het inkomen moeten worden bestreden.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door mr. Th.C. van Sloten, in tegenwoordigheid van mr. I.D. Veldman als griffier, op 26 oktober 2004.