ECLI:NL:CRVB:2004:AR5321
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.A. Hoogeveen
- Rechtspraak.nl
Weigering van WW-uitkering wegens niet-beschikbaarheid door ziekte en zwangerschap
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. E. Schriemer van CNV BedrijvenBond, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 30 september 2003. De rechtbank had in die uitspraak geoordeeld dat de weigering van de WW-uitkering door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen terecht was. De zaak draait om de vraag of appellante beschikbaar was voor de arbeidsmarkt, gezien haar ziekte en zwangerschap. De Raad voor de Rechtspraak heeft vastgesteld dat appellante sinds 23 juli 2002 niet beschikbaar was om arbeid te aanvaarden, wat door haar houding en gedrag werd bevestigd. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en concludeert dat de aangevallen uitspraak voor bevestiging in aanmerking komt. De Raad heeft geen termen gezien voor een proceskostenveroordeling op grond van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak werd gedaan op 20 oktober 2004 door de Centrale Raad van Beroep, met M.A. Hoogeveen als rechter en P. Boer als griffier. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarin werd geoordeeld dat appellante niet beschikbaar was voor de arbeidsmarkt en dat de weigering van de WW-uitkering gerechtvaardigd was.