ECLI:NL:CRVB:2004:AR6049
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.C. Schoemaker
- G. van der Wiel
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verzuimregistratie en feestdagenregeling
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door appellante tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak betreft de verzuimregistratie die voortvloeit uit de onjuiste toepassing van de feestdagenregeling. De Centrale Raad van Beroep heeft op 11 november 2004 uitspraak gedaan in deze kwestie. De appellante heeft grieven aangevoerd die uitsluitend betrekking hebben op de verzuimregistratie in verband met de feestdagenregeling, en niet op de vaststellingsverschillen die door de looninspecteur zijn vastgesteld. De Raad heeft vastgesteld dat de rechtbank eerder het bestreden besluit heeft vernietigd voor wat betreft de verzuimregistraties van 1997 en 1998, maar dat de verzuimregistratie over 1996 nog steeds ter discussie staat.
De Raad overweegt dat, gezien de eerdere uitspraak van de rechtbank, er geen rechtens te honoreren belang meer is voor appellante om hoger beroep in te stellen tegen de uitspraak van de rechtbank van 18 december 2001. De Raad concludeert dat appellante geen gronden heeft aangevoerd die de verzuimregistratie over 1996 kunnen onderbouwen, en verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk. De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een collegiaal orgaan, waarbij de voorzitter en twee leden betrokken waren, en is openbaar uitgesproken.
De zaak is behandeld op de zitting van 23 september 2004, waar partijen niet zijn verschenen. De uitspraak is op 11 november 2004 gedaan, waarbij de Raad de beslissing heeft genomen dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is.