ECLI:NL:CRVB:2004:AR7638
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- A.C.W. van Huussen
- Rechtspraak.nl
Weigering tegemoetkoming studiekosten op basis van hardheidsclausule na overlijden echtgenoot
In deze zaak gaat het om de weigering van de hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep om appellante een tegemoetkoming in de studiekosten toe te kennen voor het studiejaar 2000-2001. Appellante had verzocht om deze tegemoetkoming op basis van de wet tegemoetkoming studiekosten (WTS), maar haar aanvraag werd afgewezen omdat zij de uiterste inzenddatum had overschreden. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. De rechtbank 's-Hertogenbosch bevestigde deze beslissing in een eerdere uitspraak.
Appellante stelde in hoger beroep dat gedaagde niet in redelijkheid had kunnen weigeren om de hardheidsclausule toe te passen, gezien de omstandigheden rondom het overlijden van haar echtgenoot op 9 september 2000. Appellante voerde aan dat zij door dit overlijden enige tijd niet in staat was om haar belangen adequaat te behartigen, aangezien haar echtgenoot alle financiële zaken regelde. Ze verwees naar een eerdere uitspraak van het College van beroep studiefinanciering ter ondersteuning van haar standpunt.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat zij door het overlijden van haar echtgenoot niet in staat was om tijdig een aanvraag in te dienen. De Raad wees erop dat appellante in juni 2001 al een aanvraag voor het studiejaar 2001-2002 had ingediend, wat erop wijst dat zij in staat was om haar belangen te behartigen. De Raad concludeerde dat de toepassing van de WTS in dit geval niet leidde tot een onbillijkheid van overwegende aard, waardoor gedaagde niet in redelijkheid had kunnen weigeren om de hardheidsclausule toe te passen. De eerdere uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken.