ECLI:NL:CRVB:2004:AR7856
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.G. Kasdorp
- Rechtspraak.nl
Herziening van erkenning als burger-oorlogsslachtoffer en aanvraag voor uitkeringen op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak gaat het om de herziening van een eerder besluit van de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad, waarbij eiser verzocht om erkend te worden als burger-oorlogsslachtoffer en in aanmerking te komen voor een periodieke uitkering en bijzondere voorzieningen op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945. Eiser, geboren in 1931 in het voormalige Nederlands-Indië, heeft zijn aanvraag gebaseerd op gezondheidsklachten die hij in verband brengt met zijn ervaringen tijdens de Japanse bezetting en de daaropvolgende Bersiap-periode. Hij stelt dat hij en zijn broer door de Japanners zijn gevangen gehouden en mishandeld, en dat hij na de oorlog ook te maken heeft gehad met geweld van extremisten en misbruik door Nederlandse militairen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 4 november 2004, waarbij eiser in persoon aanwezig was en verweerster vertegenwoordigd werd door J.J.G.A. Theelen. De Raad heeft vastgesteld dat er onvoldoende nieuwe feiten of omstandigheden zijn die de eerdere afwijzing van de aanvraag kunnen onderbouwen. De getuigenverklaringen die eiser heeft overgelegd, zijn niet voldoende om de door hem gestelde gebeurtenissen als vaststaand te aanvaarden. De Raad concludeert dat het bestreden besluit van verweerster standhoudt, omdat er geen objectieve bevestiging is dat eiser is getroffen door oorlogsgeweld zoals bedoeld in de Wet.
De Raad heeft uiteindelijk het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen termen gezien om veroordeling in proceskosten toe te passen. De uitspraak is gedaan door mr. C.G. Kasdorp, in tegenwoordigheid van E. Heemsbergen als griffier, en is openbaar uitgesproken op 16 december 2004.