ECLI:NL:CRVB:2004:AR8537
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- J. Janssen
- D.J. van der Vos
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring van hoger beroep inzake AOW
In deze zaak heeft de opposant verzet aangetekend tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 9 januari 2004, waarin het hoger beroep van de opposant niet-ontvankelijk werd verklaard. De opposant had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 22 april 2003, maar de Raad oordeelde dat het hoger beroep niet tijdig was ingediend. De opposant heeft in verzet niets aangevoerd dat aanleiding zou kunnen geven om de eerdere beslissing te heroverwegen. Tijdens de zitting op 5 november 2004 zijn partijen niet verschenen, wat de Raad niet weerhield om de zaak te behandelen.
De Raad heeft in zijn motivering vastgesteld dat er geen redenen zijn om de niet-ontvankelijkverklaring van het hoger beroep te herzien. De Raad heeft geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak van 9 januari 2004 blijft derhalve in stand, en het verzet wordt ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee leden van de Raad, met de griffier aanwezig, en is openbaar uitgesproken op 17 december 2004.