ECLI:NL:CRVB:2004:AR8673
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 december 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep over de niet-ontvankelijkheid van het beroep van appellant wegens het niet betalen van het griffierecht. Appellant, wonende in Indonesië, had beroep ingesteld tegen een besluit van het bestuur van de Stichting Het Gebaar. De rechtbank had het beroep van appellant niet-ontvankelijk verklaard omdat hij het verschuldigde griffierecht niet had voldaan. Appellant betwistte niet dat hij in gebreke was gebleven, maar voerde aan dat de rechtbank haar uitnodiging om het griffierecht te voldoen niet correct had geadresseerd en dat hij niet in staat was het griffierecht te betalen.
De Centrale Raad overwoog dat de rechtbank op basis van artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de indiener van het beroepschrift op de verschuldigdheid van het griffierecht moet wijzen. Indien het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is voldaan, wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden. De Raad oordeelde dat appellant niet had aangetoond dat hij redelijkerwijs niet in verzuim was geweest en dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk was.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een vergoeding van proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig voldoen aan het griffierecht en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichting voor de ontvankelijkheid van een beroep.