ECLI:NL:CRVB:2004:AR8674
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Weigering uitkering op basis van het Uitkeringsreglement Individuele Uitkeringen Stichting Het Gebaar
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de Rechtbank ’s-Gravenhage, die haar beroep tegen een besluit van de Stichting Het Gebaar ongegrond verklaarde. Het besluit, genomen op 17 juni 2003, weigerde de aanvraag van appellante voor een uitkering op basis van het Uitkeringsreglement Individuele Uitkeringen. Appellante, woonachtig in Indonesië, stelde dat het niet noodzakelijk is om in Nederland te wonen of de Nederlandse nationaliteit te bezitten om in aanmerking te komen voor de uitkering. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 11 november 2004, waarbij appellante niet aanwezig was, maar gedaagde zich liet vertegenwoordigen door een advocaat.
De Raad heeft vastgesteld dat de toelichting bij het aanvraagformulier niet in strijd is met de vereisten van het Reglement, dat eist dat de aanvrager zich vóór 1 januari 1967 in Nederland heeft gevestigd en de Nederlandse nationaliteit had. De Raad oordeelde dat gedaagde in redelijkheid heeft kunnen besluiten om geen toepassing te geven aan de hardheidsclausule, omdat de situatie van appellante niet onder de uitzonderingen valt die het Reglement biedt. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de weigering van de uitkering door gedaagde gerechtvaardigd was.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor aanvragers om te voldoen aan de specifieke voorwaarden van het Reglement, en dat de overheid niet verplicht is om uitzonderingen te maken voor individuen die niet aan deze voorwaarden voldoen. De Raad concludeerde dat appellante niet in aanmerking kwam voor de uitkering, omdat zij niet voldeed aan de vereisten van het Reglement, en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank.