ECLI:NL:CRVB:2004:AR8678
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
- J.Th. Wolleswinkel
- K. Zeilemaker
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanwijzing tot lid van de vliegtuigbemanning en de noodzaak van vliegvaardigheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Staatssecretaris van Defensie tegen een uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage. De rechtbank had het beroep van gedaagde, een kapitein bij de Koninklijke Luchtmacht, gegrond verklaard en het besluit van de Staatssecretaris vernietigd. Dit besluit betrof de aanwijzing van gedaagde als lid van de vliegtuigbemanning, die was ingetrokken op grond van het feit dat hij geen vliegende functie meer vervulde. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de aanwijzing tot lid van de vliegtuigbemanning niet beleidsmatig kan worden uitgesloten, ook niet als de functie geen directe oorlogsbestemming heeft, mits er een noodzaak is om de vliegvaardigheid te onderhouden. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het besluit van de Staatssecretaris niet op een deugdelijke motivering berustte. Tevens wordt de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die op € 322,- worden vastgesteld. De uitspraak benadrukt het belang van de noodzaak tot onderhoud van vliegvaardigheid voor militairen, ongeacht hun specifieke functie, en stelt dat beleidsregels niet in strijd mogen zijn met de wetgeving die de aanwijzing regelt.