ECLI:NL:CRVB:2004:AR8877
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- N.E. Nijdam
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering en de medische en arbeidskundige grondslag van de arbeidsongeschiktheidsschatting
In deze zaak gaat het om de intrekking van de WAO-uitkering van appellant, die per 1 januari 2001 is ingegaan. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep van appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Utrecht van 8 januari 2003. Appellant stelt dat de medische en arbeidskundige grondslag van de arbeidsongeschiktheidsschatting onjuist is en dat er een afspraak zou zijn gemaakt tussen het provinciaal Utrechts WAO-beraad en de uitvoeringsorganisatie Cadans, die zou inhouden dat er tijdens een reïntegratietraject niet gekeurd of herkeurd zou worden. De Raad overweegt dat de gedaagde, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), in het onderzoek van de verzekeringsarts niet alleen de belastbaarheid van appellant heeft beoordeeld, maar ook reïntegratieaspecten heeft meegenomen. De Raad concludeert dat er geen bewijs is voor de gestelde afspraak en dat de intrekking van de uitkering in overeenstemming is met de geldende regelgeving. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat de intrekking van zijn uitkering onterecht was. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en ziet geen aanleiding om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskosten worden vergoed.