ECLI:NL:CRVB:2005:AS2251
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.A.A.G. Vermeulen
- K. Zeilemaker
- D.A.C. Slump
- Rechtspraak.nl
Functiewaardering ambulancechauffeurs in hoger beroep tegen de Gemeenschappelijke Regeling Openbare Gezondheidszorg West-Brabant
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van zes ambulancechauffeurs tegen de Gemeenschappelijke Regeling Openbare Gezondheidszorg West-Brabant (GROGZ) over de functiewaardering van hun functie. De appellanten waren werkzaam als ambulancechauffeur en voerden aan dat de functiewaardering, die hen een score van III-8 toekende, niet correct was. De functiewaardering was gebaseerd op een organisatie-brede evaluatie die in 2000-2001 was uitgevoerd. De appellanten stelden dat de score van 1 punt voor het gezichtspunt applicatiekennis niet juist was, omdat zij meenden dat hun functie meer aanvullende kennis vereiste dan was erkend. De rechtbank had eerder de beroepen van de appellanten ongegrond verklaard, waarop zij in hoger beroep gingen.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat de functiewaardering op basis van het Functiewaarderingssysteem GROGZ correct was uitgevoerd. De Raad stelde vast dat de appellanten niet konden aantonen dat de studiebelasting voor het behalen van de rijbewijzen en de SOSA-opleiding als aanvullend op het MBO-niveau moest worden beschouwd. De Raad benadrukte dat de functiewaardering niet alleen rekening houdt met de opleiding, maar ook met de specifieke kennis die voor de functie vereist is. De Raad concludeerde dat de waardering van de functie ambulancechauffeur niet onhoudbaar was en dat er geen aanleiding was om de proceskosten te vergoeden.
De uitspraak bevestigt de noodzaak voor een zorgvuldige functiewaardering en de criteria die daarbij gehanteerd worden. De uitspraak heeft implicaties voor de wijze waarop functies binnen de publieke sector gewaardeerd worden, vooral in het kader van de CAO Ambulancezorg. De Centrale Raad van Beroep heeft hiermee een belangrijke uitspraak gedaan over de interpretatie van functiewaardering in relatie tot de vereiste kennis en vaardigheden voor specifieke functies.