ECLI:NL:CRVB:2005:AS2350
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor verhuizing op basis van artikel 39 van de Abw
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. R.G. Riemersma, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die op 21 januari 2003 het beroep van appellant ongegrond verklaarde. De Centrale Raad van Beroep behandelt de zaak met betrekking tot de afwijzing van de aanvraag voor bijzondere bijstand voor verhuizing door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam. De aanvraag werd afgewezen op 1 juni 2001, en de rechtbank bevestigde deze afwijzing in haar uitspraak. Appellant betoogde dat de verhuizing medisch noodzakelijk was, onderbouwd door een verklaring van zijn huisarts, maar de Raad oordeelde dat de kosten van de verhuizing tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan behoren en dat deze in beginsel uit het inkomen moeten worden bestreden.
De Raad concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die de bijstandsverlening rechtvaardigen. De verklaring van de huisarts werd niet als voldoende overtuigend beschouwd om aan te tonen dat er een acute noodzaak voor de verhuizing bestond. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en stelt dat de kosten van de verhuizing niet onvoorzienbaar of op korte termijn onontkoombaar waren. De Raad verwijst naar eerdere rechtspraak en concludeert dat de aanvraag voor bijzondere bijstand niet kan worden toegewezen. De beslissing van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.