ECLI:NL:CRVB:2005:AS3148
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.G.M. Simons
- I.D. Veldman
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de uitspraak van de rechtbank Maastricht inzake bijstandsverlening en rechtsgevolgen
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Maastricht, die op 29 januari 2003 een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht had vernietigd. Het geschil betreft de bijstandsverlening aan appellant, die van 11 december 1995 tot en met 17 november 2000 een bijstandsuitkering ontving, verstrekt in de vorm van een geldlening op basis van een krediethypotheek. De gemeente had op 25 januari 2002 het bezwaar van appellant tegen een eerdere brief ongegrond verklaard, wat leidde tot het beroep bij de rechtbank.
De rechtbank oordeelde dat de mededelingen in de brief van 11 oktober 2001 niet gericht waren op enig rechtsgevolg, waardoor het bezwaar niet ontvankelijk was. Appellant stelde dat hij door de gemeente gedwongen werd om op een minimumniveau te leven en dat hij dit jaarlijks moest verantwoorden. De rechtbank bevestigde dat de mededelingen geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht vormden, en verklaarde het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk.
De Centrale Raad van Beroep heeft het oordeel van de rechtbank onderschreven en de aangevallen uitspraak bevestigd. De Raad kon niet ingaan op de overige argumenten van appellant in hoger beroep, aangezien deze niet relevant waren voor de beslissing. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 5 januari 2005.