ECLI:NL:CRVB:2005:AS3262
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag tot erkenning als vervolgingsslachtoffer onder de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 januari 2005 uitspraak gedaan over de afwijzing van een aanvraag tot erkenning als vervolgingsslachtoffer op basis van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945. Eiseres, geboren in 1929 te Bussum, had verzocht om erkenning als vervolgde, maar haar aanvraag werd afgewezen omdat er volgens de verweerster geen sprake was van vervolging of vergelijkbare omstandigheden. De verweerster, de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, had in haar besluit overwogen dat eiseres niet in een reële onderduiksituatie verkeerde, aangezien zij na de razzia's van 16 mei 1944 actief deelnam aan het openbare leven.
De zaak kwam voor de Raad na een beroep ingesteld door mr. J.C.M. van Berkel, de advocaat van eiseres. Tijdens de zitting op 2 december 2004 werd eiseres bijgestaan door haar gemachtigde, terwijl de verweerster werd vertegenwoordigd door mr. T.R.A. Dircke. De Raad oordeelde dat de omstandigheden van eiseres niet wezenlijk verschilden van die van andere personen die niet als vervolgde werden erkend. De Raad concludeerde dat de verweerster terecht had geoordeeld dat er geen grond was voor de aanvraag van eiseres, en dat de veronderstelling van onderduik voor zigeuners en half-zigeuners in dit geval niet van toepassing was.
De Centrale Raad van Beroep verklaarde het beroep ongegrond en wees de aanvraag af, zonder termen aanwezig te achten voor een vergoeding van proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van objectieve bewijsvoering en de noodzaak om individuele situaties zorgvuldig te beoordelen in het kader van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers.