ECLI:NL:CRVB:2005:AS3280
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot erkenning als burger-oorlogsslachtoffer op grond van onvoldoende bewijs van oorlogsgeweld
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 januari 2005 uitspraak gedaan in het geding tussen eiser, geboren in 1932, en de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Eiser had verzocht om erkenning als burger-oorlogsslachtoffer op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945. Het verzoek werd afgewezen omdat eiser onvoldoende had aangetoond dat hij was getroffen door oorlogsgeweld in de zin van de Wet. De verweerster stelde dat eiser niet in een reële onderduiksituatie verkeerde, ondanks zijn afkomst, en dat zijn betrokkenheid bij een ontploffing van een kettingbom niet voldoende aannemelijk was gemaakt. Ook het getuige zijn van de mishandeling van zijn zuster door een Duitse soldaat werd niet als voldoende bewijs beschouwd.
De Raad heeft het standpunt van de verweerster onderschreven en verwees naar eerdere uitspraken die relevant waren voor de beoordeling van de zaak. De Raad oordeelde dat er geen grond was voor vernietiging van het bestreden besluit en dat er geen termen aanwezig waren voor een vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met mr. C.G. Kasdorp als voorzitter en mr. G.L.M.J. Stevens en mr. H.R. Geerling-Brouwer als leden. De uitspraak werd openbaar gemaakt op dezelfde datum.