ECLI:NL:CRVB:2005:AS3416
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing erkenning als burger-oorlogsslachtoffer op basis van onvoldoende bewijs van oorlogsgeweld
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 januari 2005 uitspraak gedaan in het geding tussen eiseres, geboren in 1929 te Bussum, en de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Eiseres had een aanvraag ingediend om erkend te worden als burger-oorlogsslachtoffer op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (WUBO). Verweerster heeft deze aanvraag afgewezen, omdat eiseres onvoldoende bewijs had geleverd dat zij was getroffen door oorlogsgeweld. De Raad heeft de argumenten van verweerster onderschreven, waarbij met name werd gewezen op de onduidelijkheid van de omstandigheden rondom de seksuele mishandeling door een Duitse soldaat en de gestelde ontploffing van een kettingbom. De Raad oordeelde dat de gebeurtenissen niet onder de werking van de WUBO konden worden gebracht, omdat er geen duidelijke context was die de claims van eiseres ondersteunde.
De Raad heeft in zijn overwegingen ook verwezen naar een eerdere uitspraak in een vergelijkbare zaak, waarin de onderduik van eiseres werd besproken. De Raad concludeerde dat er geen grond was voor vernietiging van het bestreden besluit en dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier en na behandeling van het geding op 2 december 2004, waar eiseres werd bijgestaan door haar advocaat, mr. J.C.M. van Berkel, en verweerster werd vertegenwoordigd door mr. T.R.A. Dircke. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en is te vinden op rechtspraak.nl.