ECLI:NL:CRVB:2005:AS3955
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar bijstandsuitkering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen de niet-ontvankelijk verklaring van hun bezwaar tegen een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven. De appellanten, vertegenwoordigd door mr. I.H.M. Hest, hebben bezwaar gemaakt tegen een besluit van 21 juni 2002, waarbij hun bijstandsuitkering werd herzien en een terugvordering van € 5.460,50 werd opgelegd. De gemachtigde van appellanten heeft herhaaldelijk om uitstel gevraagd om de gronden van het bezwaar aan te vullen, maar heeft zich uiteindelijk aan de procedure onttrokken. Gedaagde heeft appellanten in een brief van 10 september 2002 in de gelegenheid gesteld om de gronden aan te vullen, maar appellanten hebben deze brief niet ontvangen. Hierdoor heeft gedaagde het bezwaar op 15 oktober 2002 niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft het beroep van appellanten tegen deze niet-ontvankelijk verklaring ongegrond verklaard. In hoger beroep hebben appellanten aangevoerd dat zij de brief van gedaagde niet hebben ontvangen, wat hen heeft verhinderd om hun bezwaar tijdig aan te vullen. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat appellanten niet op voor hen kenbare wijze in de gelegenheid zijn gesteld om het verzuim te herstellen. De Raad heeft geoordeeld dat het risico van het niet ontvangen van de brief niet voor rekening van appellanten komt, aangezien de brief niet aangetekend was verzonden.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd, het beroep tegen het besluit van 15 oktober 2002 gegrond verklaard en dat besluit vernietigd. Gedaagde is opgedragen om een nieuwe termijn te stellen voor het herstellen van het verzuim en een nieuw besluit op bezwaar te nemen. Tevens is gedaagde veroordeeld in de proceskosten van appellanten, die zijn begroot op € 1.318,70, en moet de gemeente Eindhoven het betaalde griffierecht van € 116,-- vergoeden aan appellanten.