ECLI:NL:CRVB:2005:AS4005
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.R. Geerling-Brouwer
- A.D. van Dissel-Singhal
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 januari 2005 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De opposante had eerder een beroep ingesteld tegen een besluit van de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad, dat op 23 september 2004 niet-ontvankelijk was verklaard omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald. Tegen deze uitspraak heeft de opposante verzet aangetekend, maar zij heeft aangegeven niet ter zake van haar verzet te willen worden gehoord.
De Raad heeft vastgesteld dat de opposante in haar verzet geen nieuwe gronden heeft aangevoerd die tot gegrondverklaring van het verzet zouden kunnen leiden. De Raad concludeert dat het beroep van de opposante op goede gronden niet-ontvankelijk is verklaard. Het verzet is ongegrond verklaard, en de Raad heeft geen termen aanwezig geacht om vrijstelling van het griffierecht toe te passen, conform artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige betaling van griffierechten en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichting. De Raad heeft in zijn beslissing de relevante artikelen van de Beroepswet en de Awb in acht genomen, en heeft de uitspraak openbaar uitgesproken, waarbij de betrokken rechters aanwezig waren.