ECLI:NL:CRVB:2005:AS4049
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring van hoger beroep wegens termijnoverschrijding
In deze zaak gaat het om een verzet tegen de niet-ontvankelijkverklaring van een hoger beroep wegens termijnoverschrijding. De Centrale Raad van Beroep heeft op 27 mei 2004 een uitspraak gedaan waarbij het beroep van de opposant tegen een besluit van de Pensioen- en Uitkeringsraad, genomen op 31 oktober 2003, niet-ontvankelijk werd verklaard. De opposant heeft hiertegen verzet aangetekend en op 3 december 2004 een faxbericht gestuurd waarin hij zijn verzet nader toelichtte, vergezeld van een medische verklaring.
De behandeling van het verzet vond plaats op 9 december 2004, waarbij de opposant niet aanwezig was. De geopposeerde, vertegenwoordigd door J.J.G.A. Theelen, heeft de zaak toegelicht. De Raad heeft vastgesteld dat de opposant in zijn verzet geen gronden heeft aangevoerd die tot gegrondverklaring van het verzet kunnen leiden. De Raad oordeelt dat de opposant met het te laat indienen van zijn beroepschrift in verzuim is geweest.
De Raad heeft overwogen dat de door de opposant aangevoerde redenen, waaronder ernstige medische omstandigheden en het overlijden van zijn dochter, niet voldoende onderbouwd zijn om aan te nemen dat hij gedurende de gehele beroepstermijn niet in staat was om een beroepschrift in te dienen. De medische verklaring die is ingediend, biedt geen steun voor deze stelling. Daarom heeft de Raad besloten het verzet ongegrond te verklaren en geen termen aanwezig geacht voor vergoeding van proceskosten.
De uitspraak is gedaan door mr. H.R. Geerling-Brouwer, in tegenwoordigheid van griffier E. Heemsbergen, en is openbaar uitgesproken op 20 januari 2005.