ECLI:NL:CRVB:2005:AS5272
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.L.M.J. Stevens
- Rechtspraak.nl
Herziening aanvraag gelijkstelling vervolgde op grond van 2e generatie-problematiek
In deze zaak gaat het om een verzoek tot herziening van een eerder afgewezen aanvraag om gelijkstelling met vervolgde op grond van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945. Eiser, geboren in 1944, had in april 2003 verzocht om een uitkering in verband met zijn verslechterde gezondheid, die hij toeschrijft aan de oorlogservaringen van zijn ouders. De aanvraag werd afgewezen door de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, en eiser ging in beroep tegen dit besluit. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 16 december 2004, waarbij eiser in persoon verscheen, bijgestaan door zijn advocaat W. van Arend. De verweerster was niet vertegenwoordigd op de zitting.
De Raad oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag terecht was, omdat er geen bewijs was dat de eerdere afwijzing van eisers aanvraag op verwijtbare fouten berustte. De Raad benadrukte dat de toetsingsmaatstaf voor herziening, zoals vastgesteld in de wet, een ruime beleidsvrijheid voor de verweerster inhoudt. De Raad concludeerde dat de huidige gezondheidstoestand van eiser niet in de beoordeling kon worden betrokken, aangezien de wetgeving per 15 juli 1994 was gewijzigd en het begunstigende beleid voor personen die vóór de bevrijding zijn geboren per 1 januari 2002 was beëindigd.
De Raad heeft het beroep ongegrond verklaard en geen termen aanwezig geacht voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak werd gedaan door mr. G.L.M.J. Stevens, met J.P. Schieveen als griffier, op 27 januari 2005.