ECLI:NL:CRVB:2005:AS6718
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in hoger beroep inzake WAO
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 16 februari 2005, is het hoger beroep van verzoekster ingetrokken. Verzoekster, vertegenwoordigd door mr. E. Hoek, had het hoger beroep ingesteld tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. In een schrijven van 19 april 2004 heeft verzoekster haar hoger beroep ingetrokken, omdat gedaagde aan haar tegemoet was gekomen. Gedaagde heeft geen verweerschrift ingediend en beide partijen hebben schriftelijk toestemming verleend voor afdoening buiten zitting.
De Centrale Raad van Beroep heeft in haar motivering aangegeven dat, nu het hoger beroep is ingetrokken, er aanleiding is om gedaagde te veroordelen in de proceskosten van verzoekster. De kosten zijn begroot op € 322,- voor verleende rechtsbijstand in hoger beroep, conform het Besluit proceskosten bestuursrecht. De uitspraak is gedaan door mr. Ch. van Voorst, in aanwezigheid van griffier A.J.T.M. Bruijnis-Vermeulen.
De beslissing van de Centrale Raad van Beroep houdt in dat gedaagde, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan verzoekster. Daarnaast dient het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen het door verzoekster betaalde griffierecht van € 87,- te vergoeden. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.