ECLI:NL:CRVB:2005:AS7585
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.G. Kasdorp
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van erkenning als vervolgingsslachtoffer op basis van onvoldoende bewijs van vervolging tijdens de Japanse bezetting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 februari 2005 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres, die verzocht om erkenning als vervolgingsslachtoffer op grond van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945. Eiseres, wonende in Indonesië, had een aanvraag ingediend voor een periodieke uitkering en een bijzondere voorziening, waarbij zij stelde dat zij tijdens de Japanse bezetting in kamp Kedunghalang was geïnterneerd. De verweerster, de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, had de aanvraag afgewezen, omdat niet was aangetoond of voldoende aannemelijk gemaakt dat eiseres vervolging in de zin van de Wet had ondergaan.
De Raad heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard. In de motivering werd ingegaan op de definitie van vervolging volgens de Wet, die handelingen of maatregelen van de vijandelijke bezettende macht tijdens de oorlogsjaren 1940-1945 omvat. De Raad concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat eiseres vrijheidsberoving had ondergaan zoals omschreven in de Wet. De Raad heeft daarbij de beschikbare informatie van het Nederlandse Rode Kruis en de Stichting Administratie Indonesische Pensioenen geraadpleegd, waaruit bleek dat er geen gegevens over eiseres konden worden aangetroffen.
Daarnaast werd opgemerkt dat getuigenverklaringen niet voldoende waren om het relaas van eiseres te bevestigen, en dat het kamp Kedunghalang, waar zij beweerde te zijn verbleven, niet als een concentratiekamp kon worden gekwalificeerd. De Raad erkende dat eiseres moeilijke tijden had meegemaakt, maar benadrukte dat de Wet geen compensatie biedt voor het leed dat zij en haar familie tijdens de bezetting hadden ondervonden. De uitspraak van de Raad bevestigde dat er geen grond was voor vernietiging van het bestreden besluit en dat de aanvraag van eiseres niet kon worden gehonoreerd.