ECLI:NL:CRVB:2005:AS7865
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.G. Kasdorp
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 februari 2005 uitspraak gedaan over het verzet van een opposant tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn hoger beroep. De Raad had eerder, op 27 mei 2004, het hoger beroep van de opposant niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald. De opposant had het griffierecht pas op 23 januari 2004 op de bankrekening van de Raad laten bijschrijven, terwijl de deadline voor betaling op 21 januari 2004 lag. De opposant voerde aan dat hij het griffierecht wel op tijd had voldaan, maar dat de vertraging te wijten was aan de postbank. De Raad oordeelde echter dat deze omstandigheid het verzuim niet verschoonbaar maakte.
Tijdens de zitting op 6 januari 2005 was de opposant persoonlijk aanwezig, terwijl de Staatssecretaris van Defensie, de geopposeerde, zich niet had laten vertegenwoordigen. De Raad benadrukte dat de opposant zelf verantwoordelijk is voor de tijdige betaling van het griffierecht en dat hij was gewaarschuwd voor mogelijke vertragingen bij het overmaken van gelden via de bank. De Raad concludeerde dat er geen termen aanwezig waren om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat betrekking heeft op de proceskosten.
Uiteindelijk verklaarde de Centrale Raad van Beroep het verzet ongegrond, waarmee de eerdere uitspraak van niet-ontvankelijkheid in stand bleef. De uitspraak werd gedaan door mr. C.G. Kasdorp, in aanwezigheid van griffier E. Heemsbergen, en werd openbaar uitgesproken op 17 februari 2005.