ECLI:NL:CRVB:2005:AS8321
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.S.E. Wulffraat-van Dijk
- A. van Netten
- Rechtspraak.nl
Weigering van ziekengeld op basis van onvoldoende objectieve medische gegevens
In deze zaak gaat het om de weigering van ziekengeld aan appellant door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellant, die zich op 24 juli 2001 ziek meldde met diverse klachten, waaronder rug-, schouder-, been- en maagklachten, alsook klachten gerelateerd aan diabetes mellitus, heeft in hoger beroep gesteld dat hij meer beperkt was dan door de verzekeringsartsen werd aangenomen. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 5 januari 2005, waarbij appellant werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. M. de Boorder, en gedaagde door mr. M. de Graaff van het Uwv.
De rechtbank had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard. In hoger beroep voerde appellant aan dat zijn gezondheidstoestand op en na 16 januari 2002 ernstiger was dan door gedaagde werd aangenomen, en dat de resultaten van bloedonderzoek ten onrechte niet in de beoordeling waren meegenomen. De Raad overwoog dat de verzekeringsarts E. Ali appellant op verschillende data had onderzocht en dat er geen objectieve medische gegevens waren ingebracht die een ander licht op de gezondheidstoestand van appellant konden werpen.
De Raad concludeerde dat de subjectieve opvattingen van appellant over zijn beperkingen niet werden ondersteund door de medische gegevens. De Raad bevestigde het oordeel van de verzekeringsartsen dat appellant per 16 januari 2002 weer in staat was om lichte werkzaamheden te verrichten. Gelet op deze overwegingen werd het hoger beroep van appellant afgewezen en de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd. De Raad achtte geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding werd toegekend.