ECLI:NL:CRVB:2005:AS8640
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- C.G. Kasdorp
- J.P. Schieveen
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring van beroep wegens te late indiening van beroepsgronden
In deze zaak gaat het om het verzet van een opposante tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar beroep door de Raad voor de Rechtspraak. De Raad had eerder, op 29 juli 2004, het beroep van de opposante niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. De opposante heeft op 25 oktober 2004 verzet aangetekend tegen deze uitspraak. Tijdens de zitting op 13 januari 2005 was de opposante niet aanwezig, maar de geopposeerde, vertegenwoordigd door J.J.G.A. Theelen van de Pensioen- en Uitkeringsraad, was wel aanwezig.
De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de opposante in haar verzet geen gronden heeft aangevoerd die tot gegrondverklaring van het verzet zouden kunnen leiden. De Raad oordeelt dat de reden die de opposante aanvoert voor de te late indiening, namelijk haar slechte gezondheid, niet voldoende is onderbouwd met medische gegevens. De medische verklaring die door de opposante is overgelegd, geeft aan dat zij van 23 oktober 2003 tot en met 25 oktober 2003 rust moest nemen, wat vóór de datum ligt waarop het bestreden besluit aan haar bekend is gemaakt. Hierdoor is niet aangetoond dat de opposante gedurende de gehele beroepstermijn niet in staat was om een beroepschrift in te dienen.
De Raad concludeert dat het verzet ongegrond is en beslist dat er geen termen aanwezig zijn om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak wordt gedaan door de Centrale Raad van Beroep, waarbij mr. C.G. Kasdorp de beslissing heeft genomen in aanwezigheid van griffier J.P. Schieveen. De uitspraak is openbaar gedaan op 24 februari 2005.