ECLI:NL:CRVB:2005:AS8643
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- C.G. Kasdorp
- J.P. Schieveen
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring van beroep wegens termijnoverschrijding
In deze zaak gaat het om het verzet van de opposante tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar beroep door de Raad voor de Rechtspraak. De Raad had eerder, op 12 augustus 2004, het beroep van de opposante niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. De opposante heeft op 24 september 2004 verzet aangetekend tegen deze uitspraak. De behandeling van het verzet vond plaats op 13 januari 2005, waarbij de opposante zelf aanwezig was en de geopposeerde vertegenwoordigd werd door J.J.G.A. Theelen van de Pensioen- en Uitkeringsraad.
De Centrale Raad van Beroep heeft in haar motivering vastgesteld dat de opposante geen gronden heeft aangevoerd die het verzet zouden kunnen rechtvaardigen. De door haar aangevoerde redenen, zoals het niet in staat zijn om het beroepschrift in te dienen en het verblijf van haar vertrouwensman in het buitenland, werden door de Raad niet als voldoende gegrond beschouwd. De Raad oordeelde dat de opposante, ook in de afwezigheid van haar vertrouwensman, een derde had kunnen inschakelen om het beroepschrift tijdig in te dienen.
Uiteindelijk heeft de Raad besloten het verzet ongegrond te verklaren. Wel werd er, op verzoek van de opposante en met instemming van de vertegenwoordiger van de geopposeerde, besloten om het beroepschrift door te sturen naar de geopposeerde met het verzoek dit als een verzoek om herziening te behandelen. De Raad heeft geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak werd gedaan door mr. C.G. Kasdorp, in tegenwoordigheid van griffier J.P. Schieveen, en openbaar uitgesproken op 24 februari 2005.