ECLI:NL:CRVB:2005:AS8820
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- C.G. Kasdorp
- J.P. Schieveen
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake WUBO
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 februari 2005 uitspraak gedaan in het verzet van de opposant tegen een eerdere uitspraak van 1 juli 2004. De Raad had in die eerdere uitspraak het beroep van de opposant tegen een besluit van de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad niet-ontvankelijk verklaard, omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. De opposant heeft hiertegen verzet aangetekend op 7 juli 2004, maar is niet verschenen tijdens de zitting op 13 januari 2005. De geopposeerde, vertegenwoordigd door J.J.G.A. Theelen, heeft de zaak toegelicht.
De Raad heeft vastgesteld dat er in het verzet geen nieuwe gronden zijn aangevoerd die de eerdere beslissing zouden kunnen ondermijnen. De enige reden die door de opposant werd aangevoerd, was het wachten op zijn dossier. De Raad oordeelde dat deze omstandigheid niet kon worden aangemerkt als een reden om te concluderen dat de opposant niet in verzuim was. De Raad benadrukte dat de opposant had kunnen volstaan met het indienen van een summier beroepschrift, waarop later de gronden zouden volgen.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep het verzet ongegrond verklaard en geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak werd gedaan door mr. C.G. Kasdorp, in tegenwoordigheid van griffier J.P. Schieveen, en werd openbaar uitgesproken op 24 februari 2005.