ECLI:NL:CRVB:2005:AS8821
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- C.G. Kasdorp
- J.P. Schieveen
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring van verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring van beroepschrift in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 februari 2005 uitspraak gedaan over het verzet van de opposant tegen een eerdere uitspraak van 23 september 2004. In die eerdere uitspraak was het beroep van de opposant niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. De opposant heeft op 2 november 2004 verzet aangetekend, waarna het verzetschrift op 4 november 2004 ter griffie van de Raad is ontvangen. De behandeling van het verzet vond plaats op 13 januari 2005, waarbij de opposant in persoon verscheen en de geopposeerde werd vertegenwoordigd door J.J.G.A. Theelen van de Pensioen- en Uitkeringsraad.
De Raad heeft in zijn motivering vastgesteld dat de opposant in het verzet geen nieuwe gronden heeft aangevoerd die de gegrondverklaring van het verzet zouden rechtvaardigen. De Raad heeft daarbij artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) toegepast. De Raad oordeelde dat er geen termen aanwezig waren om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb, wat betreft de proceskosten.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep het verzet ongegrond verklaard. De Raad heeft overwogen dat de argumenten van de opposant, dat hij het beroepschrift op 9 juli 2004 vóór 18.00 uur ter post heeft bezorgd, niet voldoende waren om de eerdere uitspraak te weerleggen. Aangezien er geen ander verzendbewijs was, was de postdatumstempel van 11 juli 2004 bepalend voor de vraag of het beroepschrift tijdig was ingediend. De uitspraak werd gedaan door mr. C.G. Kasdorp, in tegenwoordigheid van griffier J.P. Schieveen, en werd openbaar uitgesproken op 24 februari 2005.