ECLI:NL:CRVB:2005:AS9695
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Beëindiging herplaatsingstoelage met terugwerkende kracht bij wijziging van status werknemer
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 maart 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de herplaatsingstoelage van appellant, die eerder was toegekend door het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP). Appellant had in 1991 een herplaatsingstoelage ontvangen in verband met zijn herplaatsing in een dienstbetrekking. Echter, in 1992 heeft appellant alle aandelen van de BV waar hij werkzaam was overgenomen, waardoor hij directeur/grootaandeelhouder (DGA) werd. Dit leidde tot de vraag of de beëindiging van de herplaatsingstoelage met terugwerkende kracht tot 24 februari 1992 terecht was.
De Raad heeft vastgesteld dat de rechtbank in haar eerdere uitspraak het standpunt van gedaagde, het bestuur van de Stichting Pensioenfonds ABP, heeft onderschreven. De Raad oordeelde dat de beëindiging van de herplaatsingstoelage op goede gronden was gebeurd, aangezien appellant zijn wijziging van status niet had gemeld aan het ABP. De Raad benadrukte dat appellant had moeten begrijpen dat zijn nieuwe status gevolgen had voor zijn aanspraak op de herplaatsingstoelage en dat hij deze wijziging had moeten doorgeven.
De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren om proceskosten te vergoeden. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigde de beslissing van de rechtbank en de beëindiging van de herplaatsingstoelage werd gehandhaafd.